Bij een aanval van de Taliban in de zuidoostelijke provincie Zabul zijn dinsdag 17 constructiewerkers omgebracht en raakten 16 anderen raakten. Dat heeft het Afghaanse ministerie van Binnenlandse zaken bekendgemaakt.
Na de aanval zetten gezamenlijke eenheden van het Afghaanse leger en buitenlandse troepen de achtervolging in. Zeker zeven Taliban-strijders werden daarbij gedood en minstens 10 anderen gewond.
Zes voertuigen van de ploeg wegwerkers werden verwoest.
De opbouw van de infrastructuur wordt van vitaal belang voor de wederopbouw van Afghanistan genoemd en daarom is het een geliefd doelwit van de Taliban.
De wegen worden ook gebruikt voor troepentransporten van het Afghaanse leger en de buitenlandse strijdmacht, en dat is ook een reden waarom ze worden aangevallen.
Hierdoor zijn arbeiders die aan wegen werken al vaker doelwit geweest van aanslagen, zoals in de zuidwestelijke provincie Nimroz.
De BBC meldt dat de Taliban in een telefoontje aan het persbureau AFP de verantwoordelijkheid hebben opgeëist. Zegsman Yousouf Ahmadi van de fundamentalistische moslimgroepering zei: “Wij hebben de aanval uitgevoerd”.
De provincie Zabul die grenst aan Pakistan is evenals de andere zuidelijke en oostelijke provincies een broeinest van activiteiten van opstandelingen.
In het zuiden werden nog 7 politieagenten gedood. Bij geweld in Shindand in de westelijke provincie Herat kwamen 10 mensen om. In Ghazni in het oosten sneuvelde dinsdag een soldaat van de ISAF.
In Zabul is een Provinciaal Reconstructie Team van de International Security Assistance Force gevestigd dat wordt geleid door de Verenigde Staten met hulp van Roemenië.
De Taliban heeft verklaard dat ze hun strijd tegen de regering en de westerse troepenmacht die de regering ondersteunt op zal voeren en dat daarbij burgers die voor ze werken niet zullen worden ontzien, aldus de BBC.
Vorig jaar kwamen in de oorlog in Afghanistan volgens cijfers van de Verenigde Naties 8.000 mensen om het leven. Hieronder bevonden zich 1.500 burgers.
