Zeker acht werknemers van een Afghaanse particuliere wegenbouwer zijn zondag door een luchtaanval van internationale troepen in de provincie Ghazni om het leven gekomen. Dat heeft een politiecommandant bekendgemaakt.
De aanvallen waren gericht tegen opstandelingen maar er werden weer burgers gedood, aldus de politie van Ghazni. De door de VS geleide Coalitie onderzoekt de beschuldigingen.
Plaatselijke media meldden dat er zelfs 23 bewakers van een particulier wegenbouwbedrijf door de aanvallen in Ghazni werden gedood.
Mohammad Zaman, de politiecommandant van Ghazni, vertelde maandag aan het persbureau AFP dat er acht mensen werden gedood door de actie in het gebied Qarabagh.
Ze werden volgens de politieman gelijktijdig aangevallen met een groep rebellen die banden hebben met de Taliban. Zaman bevestigde volgens AFP niet dat de mannen bewakers waren.
Het Amerikaanse leger gaf zondag een verklaring uit waarin ze zeiden dat ze een aantal opstandelingen in Ghazni hadden gedood nadat troepen op de grond waren aangevallen. Dit gebeurde in hetzelfde gebied.
Het zou niet de eerste keer zijn dat de buitenlandse soldaten beweren opstandelingen te hebben gedood, maar dat het in werkelijkheid om burgers gaat, of dat er tevens burgers de dood in werden gebracht.
In augustus werden er bij een Amerikaans bombardement in de westelijke provincie Herat 90 burgers gedood. Pas weken later gaven de Amerikanen toe dat ze 33 burgers hadden omgebracht. Aanvankelijk zeiden ze dat het Taliban waren.
Van de VN en de Afghaanse president Hamid Karzai krijgen de NAVO en de Coalitie keer op keer het verwijt dat ze hun acties niet goed coördineren met de Afghaanse autoriteiten.
Volgens onderzoek van de Amerikaanse professor Marc Herold zijn er vanaf 2005 3.200 Afghaanse burgers gedood door aanvallen van buitenlandse militairen. Volgens hem besteden westerse media er bijzonder weinig aandacht aan.